21.01.21
21.01.21
Bij het uittekenen van de corona vaccinatiestrategie eind 2020-begin 2021 werd pijnlijk duidelijk hoe complex het Vlaamse labyrint ineen steekt. Dat stelt Callebaut Collective medeoprichter Jan Callebaut vast in zijn opiniestuk voor De Morgen, waarin hij pleit voor meer orde in de Vlaamse chaos. Vlaanderen heeft dringend nood aan een bestuur op mensenmaat. Een ‘Act Human’ aanpak, zeg maar.
Als we even uitzoomen, kunnen we algemeen voor de Belgische coronacrisis-aanpak een ‘Act Human’ visie suggereren. Een asynchrone communicatie die een uitgebreid mensbeeld hanteert en onderscheid maakt tussen de diverse sectoren, leeftijdsgroepen, communities… zou het draagvlak bij de bevolking kunnen vergroten. Dankzij allianties met ervaringsdeskundigen, bijvoorbeeld op vlak van quarantaine, kunnen we de coronacrisis-aanpak bovendien optimaliseren. Met als ultieme uitkomst een transitie van een passieve naar een collaboratieve constructieve samenleving met een sterke individuele verantwoordelijkheidsattitude.
Er is nog gebrek aan human activation binnen de gehele Belgische coronacrisis-aanpak. Federale, regionale en gemeentelijke medewerkers kunnen nochtans allen met wat goede wil Human Activators worden. Laten we daar werk van te maken.
Meer weten over een ‘Act Human’ marketingaanpak? Lees hier meer of contacteer ons.
_______________________________
Dit artikel verscheen op 19/01/2021 in De Morgen en op demorgen.be.
Jan Callebaut is coauteur van Het merk België, Het DNA van Vlaanderen en Act Human.
“Alle locaties van de Vlaamse vaccinatiecentra zijn bekend en definitief afgeklopt”, klonk het eind vorige week. Waarom duurde dat eigenlijk zo lang? Het antwoord is eenvoudig. Het Vlaamse labyrint leidt ertoe dat de bestuurlijke organisatie hopeloos complex is en bijgevolg nauwelijks nog aan te sturen valt.
Even een vraagje: kent u voor uw woonplaats de andere gemeenten die lid zijn van de verschillende administratieve samenwerkingsverbanden die invloed hebben op uw dagelijks leven? Troost u, ik wist het ook niet maar vond het de moeite om het eens na te gaan. Niet exhaustief kwam ik voor een gemeente van 14.000 inwoners tot 32 structuren met personeel, geldingsdrang en bemoeizucht. Dit uiteraard naast de 100 fte’s (fulltime-equivalent) die permanent voor de gemeente werken.
Sommige van die samenwerkingsverbanden klinken bekend en lijken ook nuttig. Denk aan de politiezones, bestuurlijke arrondissementen (bij verkiezingen), de hulpverleningszones van de brandweer en streekintercommunales. Het addertje onder het gras is evenwel dat geen van deze zones geografisch identiek is, zodat dit de facto bureaucratisch autonome domeinen zijn. Zo behoort mijn gemeente tot een andere intercommunale voor vuilnisophaling dan voor de andere intercommunale domeinen.
Andere samenwerkingen klinken al minder bekend en laten toe om ons af te vragen waarom dit allemaal aparte structuren moeten zijn. Is dit om er zeker van te zijn dat democratische controle moeilijk is in Vlaanderen? Dat er extra tewerkstelling werd gecreëerd? Wat zeggen u agglomeratie, banlieue, woonforensenzone, regionale woonmarkten, clusters van gemeenten, afbakeningen van versterkt
streekbeleid, zones van burgemeestersoverleg, sociale verhuurkantoorzones, lokale woonbeleidszones (90)? Allemaal onderling divers gedefinieerd en verschillend van deelbekkens (103) en waterschappen (53).
Cultuur en toerisme is een erg creatief, of moet ik zeggen lucratief, bestuursdomein. Er bestaan diensten voor bovenlokaal cultuurbeleid die uiteraard anders zijn dan de 22 toeristische regio’s en afwijkend van de regionale bib-samenwerkingen of van de intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten (25). Denk vooral niet dat deze samenvallen met de 22 erfgoedconvenanten of met de regionale landschappen. Daarnaast is er open doek om het amateurtheater te ondersteunen. Enzovoort.
Natuurlijk is jeugd en arbeid ook erg inspirerend om veel structuren voor op te zetten. Zo zijn er in Vlaanderen twaalf samenwerkingsverbanden jeugdhulp, er zijn schoolregio’s die niet overlappen met vervoersregio’s. En deze laatste zijn anders dan de mobiliteitsregio’s. Er zijn sportregio’s met verschillend subsidiebeleid en regioverbanden voor sociale economie.
Wat leader-regio’s zijn heb ik niet volledig kunnen doorgronden, wel dat ze in 33 procent van de Vlaamse gemeenten een rol spelen. Maar laten we hier de lokale arbeidsmarktgebieden niet vergeten, uiteraard ook met een unieke samenstelling en aansturing. En mocht er nog een gaatje zijn, vergeet dan niet dat er elf CAW’s bestaan: Centra voor Algemeen Welzijnswerk.
Terug naar het begin: we vroegen ons af waarom het zo lang duurt om tot de aanduiding van de vaccinatiecentra te komen. In dit domein bestaan er ziekenhuisnetwerken die verschillend zijn van ziekenhuisregio’s, die op hun beurt niet overlappen met de regionale zorgzones en uiteraard niet aansluiten bij het lokaal gezondheidsoverleg of identiek zijn aan de huisartsenwachtpostenstructuur of deze van de apothekers.
De vaccinatieorganisatie is het domein van de eerstelijnszorgzones (60). U dacht toch niet dat er een verband zou zijn met een van de hierboven opgesomde diensten? Om dit dus praktisch te regelen moet er eerst een maand gestudeerd worden om uit te vlooien wie met wie moet samenzitten. Eens dat achter de rug, blijft er het probleem van de tijdelijke (vooral Oost-Europese) arbeiders die niet gevat zijn op een van de bevolkings- of verzorgingslijsten. Hoe gaan we die bereiken? Misschien nog een substructuur opzetten?
Is er een oplossing mogelijk? In ieder geval is dit geen uitgangspunt om te pleiten voor een verdere staatshervorming. Een structurele regiohervorming is dringender. Maak besturen weer simpel, transparant en act human, doe alles op mensenmaat. Gemeentelijke en regionale medewerkers kunnen allemaal met wat goede wil human activators worden. Vorming en echte positieve samenwerking kunnen een verschil maken.
Wat is ons motto alweer? Wat we zelf doen, doen we beter. Tijd om eraan te beginnen.